De tweeling Bea en Denise Van Hasten (90) en hun vriendin Irma Samaille (90) gingen alle drie naar dezelfde school in Bellegem. Hun oude dag slijten ze ook samen in WZC De Zon. Samen halen ze nog af en toe herinneringen op aan de Tweede Wereldoorlog.
Chocolade en corned beef
Bea en Denise: “We waren 6 jaar oud toen de oorlog uitbrak. Tijdens bombardementen sliepen we altijd in de kelder van ons ouderlijk huis. Op een dag viel er een bom achter ons huis, waardoor onze kelder verzakt was. Toch bleven we daar slapen. Er kwamen zelfs mensen van de wijk Walle bij ons overnachten omdat we zo’n grote kelder hadden en Bellegem veiliger was dan Kortrijk.
Vader was spinner bij de firma Six in Moeskroen en moeder werkte bij de firma Motte in Moeskroen. Wij gingen naar school bij de nonnen. Die hingen ons wel eens met onze paardenstaart aan de kapstok om ons te straffen. Vader kwam daarover bij hen klagen. Toen we 14 werden, stopten we met de school en gingen we beiden samen met onze moeder in Motte werken. Later werd vader opgepakt door de Duitsers en moest hij verplicht in Duitsland gaan werken. Af en toe mocht hij wel naar huis komen.
Als tweeling droegen we dezelfde kleren tot we 18 jaar waren. Honger hebben we niet gekend tijdens de oorlog. De rantsoeneringszegels waren wel snel op. Moeder drukte ons op het hart dat we niet alles meteen mochten opeten en een deel van de voorraad moesten bewaren, maar dat was moeilijk. Als kind speelden we veel buiten, onder andere spelletjes waarbij je een blokje moest wegschieten of ‘katje duik’.
Dicht bij ons huis stond een Duitse legerbarak. De Duitsers hielden er ook paarden en geiten. In oorlogstijd lagen de soldaten klaar met hun geweer en durfden we nauwelijks passeren om naar school te gaan. Op het einde van de oorlog moesten ze vluchtten en kwamen de Engelsen Bellegem binnen. We waren nieuwsgierig om hen Engels te horen spreken en kregen van hen chocolade en corned beef."
Schoolstrijd
Irma Samaille woonde tijdens de oorlog aan de tramstatie in Bellegem. Irma: “Ook daar zaten Duitse soldaten. Mijn vader werkte in een weverij in Frankrijk, mijn moeder was huisvrouw. Ik speelde vaak buiten op straat, behalve als er schoten te horen waren. Dan moest ik steeds binnenblijven van mijn ouders. Door de oorlog kon ik een tijdje niet meer naar school in Rollegem, omdat de Duitsers daar gelegerd waren. Later mocht ik wel teruggaan. Vanaf mijn 14e ging ik werken in een zijdefabriek. In mijn vrije tijd hielp ik thuis een handje of ging ik ergens kuisen om een centje bij te verdienen.
Ik herinner me nog hoe de Engelsen het bevrijde Bellegem binnenkwamen. Ze gaven me chocolade en marsepein.”
Na de oorlog gingen Bea, Denise en Irma vaak samen dansen in Bellegem. Vooral de Chevalier en bals droegen hun voorkeur weg. Op hun oude dag genieten ze samen van de rust in WZC De Zon.
Meer verhalen over de Tweede Wereldoorlog