'Leven als god in Kortrijk, de habitus van een 18de eeuwse linnenhandelaar’.

Lezing door Tom Nuyttens

De achttiende eeuw was een periode van aanzienlijke groei en bloei voor de Kortrijkse linnenindustrie. Talrijke families heroriënteerden zich in de eerste helft van de eeuw naar de winstgevende linnenhandel. Deze sociale vooruitgang leidde tot een verandering in hun levensstijl. Het begrip "habitus", geïntroduceerd door de Franse socioloog Pierre Bourdieu, verwijst naar de levensstijl en handelingen van een bepaalde klasse of sociale groep.

De Kortrijkse elite bestond uit diverse subgroepen: lokale adellijke families, families die al generaties deel uitmaakten van het stadsbestuur, universitair geschoolden en uiteraard de welvarende handelaars. De manier waarop zij hun welvaart en status etaleerden, kon variëren. Dankzij hun vele internationale contacten konden de grote linnenhandelaars als kosmopolitisch worden beschouwd. Ze waren niet afkerig van exotisme en waren bekend met het gedachtengoed van de Verlichting.

Voor de grote linnenhandelaars richten we ons op aspecten als onderwijs, wooncultuur, kunst en tafelcultuur. Denk hierbij aan de vele kleine buitenplaatsen die als een groene gordel rondom de stad lagen, de scholen ver buiten Kortrijk waar de zonen van linnenhandelaars hun humaniora volgden, het prachtige zilverwerk vervaardigd door Kortrijkse zilversmeden, en de rijk gedekte tafels van de Kortrijkse elite. Enkele bekende families zoals Goethals, Bethune, Delevigne en Nolf zullen worden besproken, evenals enkele minder bekende families zoals Seghers, de la Violette en Van Tieghem.