° 1968 - Marke - huidige woonplaats: Sint-Amandsberg
Gerda Dendooven is op 10 mei 1962 geboren in Kortrijk. Ze volgde een lerarenopleiding plastische kunsten en studeerde vrije grafiek aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Gedurende enkele jaren begeleidde ze kinderkunstateliers in musea. Sinds 1992 geeft ze grafische vormgeving aan het Hoger Sint-Lucasinstituut in Gent en intussen heeft ze zich in Sint-Amandsberg genesteld.
In 1985 begon Gerda te illustreren voor kindertijdschriften. Twee jaar later verluchtte ze voor het eerst een kinderboek: Geen gezoen, vlug opendoen, met kleuterversjes van Ed Franck. Daarna maakte ze snel naam als een van de beste illustratoren van Vlaanderen en verluchtte werk van uiteenlopende auteurs, o.m. van Toon Tellegen en Bart Moeyaert. Haar eerste eigen prentenboek (IJsjes) kreeg in 1990 meteen de Boekenpauw. Geleidelijk aan zal ze naast illustreren steeds meer zelf schrijven.
De bloemlezingen Moeder (2007) en Vader (2009) richtten zich op een volwassen publiek. Beide bundels verzamelen tientallen teksten. Zelf tekende ze de illustraties voor Moeder. De vader van haar twee dochters, typograaf en vormgever Gert Dooreman, illustreerde Vader. In 2017 komt Gerda met haar eerste roman voor volwassenen: Tabac werd een onalledaagse road novel over schuld en boete, over liefde en familiebanden.
Gerda Dendooven wordt vaak getypeerd als eigenzinnig en weerbarstig. Deze trek komt het duidelijkst tot uiting in de boeken waarvoor ze zowel de tekst als de illustraties maakt. Telkens weer geeft ze een verrassende draai aan stereotypen, waardoor clichés als de zorgzame moeder, het lieve kind, de goede God of het schattige Roodkapje onderuit worden gehaald. Ook taboes sneuvelen en daarbij zet ze zowel een ongeremde fantasie als absurde humor in. Deze drang om wat vanzelfsprekend is ter discussie te stellen, dankt ze aan haar nieuwsgierige, onrustige en onstuimige natuur.
Als kunstenaar verzet ze zich ook tegen het klassieke schoonheidsideaal. De perfectie interesseert haar niet. Ze is veel meer geboeid door wat afwijkt van de norm, de kleine onvolkomenheden, de ‘foutjes’ die mensen menselijk maken.
Een cruciale figuur in het werk van Gerda Dendooven is de moeder. Haar eigen moeder en haar eigen ervaringen met haar dochter spelen een belangrijke rol. Het combineren van vrouw-, moeder-zijn en kunstenares … “Ik worstelde met een fel minderwaardigheidsgevoel: het gaat me toch niet lukken, want ik ben een vrouw. Tot op een dag een man tegen me zei: ‘Je moet niet dezelfde dingen willen doen als een man. Je moet niet binnen hetzelfde systeem proberen te concurreren. Dat is onzin. Mannen en vrouwen zijn niet gelijk, ze zijn gelijkwaardig.’ Toen begreep ik eindelijk: ik moet gewoon op mijn manier de dingen doen, en niet dezelfde standaard hanteren. Dat was een enorme bevrijding.
Eén ding is zeker: vrouwen die creëren, maken niet de gemakkelijkste keuze.”
Een ander terugkerend gegeven in haar boeken zijn de kinderangsten.
Angsten die door het kind zelf opgeroepen en overwonnen worden. Uit haar hele werk blijkt dat ze kinderen beschouwt als wezens die heel wat aankunnen en die je dus zeker niet moet afschermen. De kinderen in haar boeken zijn allesbehalve watjes, het zijn geen ‘papkinders’ maar ‘soepkinders’. Kinderen kunnen veel aan, op voorwaarde dat er iemand is die hun vertrouwen schenkt en hen stimuleert.
Als coryfee van de Vlaamse kinder- en jeugdliteratuur verzamelde Gerda Dendooven ongeveer alle mogelijke lauweren en honneurs, van de Nederlandse Woutertje Pieterse Prijs over de Zilveren Griffel en de Gouden Uil tot Boekenleeuwen, Boekenpauwen …
Gerda is ook actief in het theater. Ze schrijft theaterteksten voor kinderen en volwassenen en treedt op als performer. Veel van haar boeken werden theaterstukken (bij Laika, De Roovers, Frou Frou, Antigone ...) en ze tekent regelmatig live bij literaire voorstellingen van Bart Moeyaert, Michael Decock of Delphine Lecompte en Jan Decleir. Ze werkt vaak samen met muzikanten en orkesten (BJO, Brussels Philharmonic, Fez) en componisten (Peter Vermeersch, Mauro Pawlovski) voor concerten en voorstellingen.
In 2020 tekende ze live bij de integrale opvoering van Peer Gynt van het Brussels Philharmonic Orchestra in het Concertgebouw, Brugge. Samen met Fikry El Azzouzi en Mauro Pawlovski vormt ze Trio El Azzouzi. Met Elvis Peeters bedacht ze Meneer Papier waar Beast Productions een televisiereeks van maakte.
In 2007 werd ze de eerste en enige kinderconsul. In die hoedanigheid is ze pleitbezorger voor het promoten van cultuur bij kinderen. Lezen is inderdaad lastig, maar niet saai! …