Lydia Verhaeghe

Lydia Verhaeghe (97) wisselde als tiener tijdens de Tweede Wereldoorlog brieven uit met een onbekende, onder het pseudoniem ‘Het eilandmeisje’. Haar herinneringen aan die tijd variëren van mooie tot trieste momenten.

Slapen in de Broeltoren

Lydia: “Ik werd geboren in 1926. Als meisje van bijna 14 jaar woonde ik met mijn ouders en twee broers (mijn zus was al getrouwd) in de Kapucijnenstraat op het Buda-eiland, toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Alle Leiebruggen waren bewust vernield om de opmars van het Duitse leger te stuiten. Om naar andere delen van Kortrijk te gaan, moesten we de Leie oversteken op een vlot. Uit angst voor bombardementen sliepen we een nacht op de Broelbrug. Daarna konden we gelukkig een tijdje in de rechter Broeltoren overnachten. Elke avond om 19 uur kwamen we daar samen met de buren. We dachten er veilig te zijn voor de bommen en baden met onze paternoster. Zelfs onze kat Lisette namen we mee. Tijdens een van de laatste bombardementen liep een bebloede en huilende Duitser blootsvoets rond aan de Broeltorens. Hij was gewond geraakt aan het station en kwam bij ons schuilen. Een van mijn tantes overleed helaas tijdens een bombardement.

Ontsnapt aan de verplichte arbeid

Door de oorlog moest ik mijn schooltijd in 1940 afbreken. Ik ging in plaats daarvan werken bij Chemiserie Arista. Later verdiende ik 3 frank per dag bij een pruikenmaakster, maar ik werd uiteindelijk ontslagen omdat zij me niet meer kon betalen. Mijn zus en haar man werkten vrijwillig in Duitsland. Toen haar man ziek werd, keerden ze terug naar België. Mijn latere man Arthuur werd trouwens tijdens de oorlog opgepakt en gedwongen in Duitsland te werken. Zijn buurman gaf hem een fles met een vloeistof die hij elke nacht op zijn oog moest smeren. Arthuur deed dat en verloor tijdelijk zijn zicht. De Duitsers gaven hem zalf om te genezen, maar die gebruikte hij niet. Daardoor werd hij afgekeurd voor de verplichte arbeid. Hij nam de potjes van zijn buurman mee naar huis als aandenken. 

Cafécamaraderie

Mijn vader verdiende de kost als zeepleurder. Toch leden we vaak kou tijdens de oorlog omdat we geen kolen hadden. We moesten ons behelpen met oude wasknijpers die we in brand staken, maar die gingen niet lang mee. Ook honger was ons niet vreemd. Om aan eten te geraken, hadden we wel rantsoeneringszegels. Daarmee kreeg je bijvoorbeeld 150 gram suiker per maand. Boter was schaars. Meestal aten we droog brood en soms maakte een tante confituur. Naast het inkomen uit het zeepleuren, hadden we thuis ook een café: De Zonnewijzer. Mijn latere man Arthuur werkte als biervoerder bij Brouwerij Lust en leerde ik zo kennen. Luciano en Emilio, twee Italianen die in het Kortrijks gerechtsgebouw gestationeerd waren als kok, kwamen elke dag naar ons café. Ondanks de taalbarrière was de verhouding amicaal. Vader mocht iedere dag bij hen in het gerechtsgebouw om eten gaan. Ze konden voortreffelijk koken. Ook mijn oom op Overleie kon meegenieten van hun maaltijden. Als dank kregen Luciano en Emilio een pintje in De Zonnewijzer.

Het eilandmeisje

Tijdens de oorlog correspondeerde ik met een onbekende. Ik begon met hem te schrijven na een oproep in een tijdschrift. Ik tekende mijn brieven met “Het eilandmeisje”. De censuur las onze brieven altijd zorgvuldig, en ze doorstreepten delen van de inhoud. Over de oorlogssituatie mochten we niets schrijven.

Een van mijn broers was voortvluchtig. Hij was al eerder opgepakt door de Duitsers, maar kon ontsnappen. Daarna kwamen ze hem ’s nachts bij ons thuis zoeken. We hoorden hen komen door hun legerbottines op de kasseien. Ik huilde. Vader nam wat ether en begon te hoesten. Hij riep dat hij tuberculose had. De Duitsers gingen snel weer weg. Later werd mijn broer toch een tweede keer opgepakt en naar Duitsland gestuurd. In de laatste dagen van de oorlog ging mijn moeder elke dag naar het station om te kijken of mijn broer terugkeerde, maar dat was niet het geval. We wisten zelfs niet of hij nog leefde. Pas veel later hebben we hem teruggezien.”

Meer verhalen over de Tweede Wereldoorlog

 

Lydia
Lydia
Lydia