Sommige kinderen en jongeren hebben het moeilijk omdat hun ouders voor korte of lange tijd niet voor hen kunnen zorgen. Pleeggezinnen zoals dat van Els Bommarez en Steven Degrande bieden hen een liefdevolle thuis.
Crisispleegzorg
Els en Steven wonen in Heule en hebben drie kinderen: Lowie (27), Emiel (25) en Marie (23). Els: “Ik werk al 34 jaar als kleuterleidster. Zorg dragen voor anderen zit in mij, maar toen de kinderen het huis verlieten, voelde ik een leegte. Toen het concept van pleegzorg op school werd voorgesteld, begon ik mij daarin te verdiepen. Ik vond het belangrijk dat we als gezin achter het idee stonden, en dat was het geval.”
Els en Steven: “De eerste stap was een uitgebreide screening. Ook onze kinderen werd naar hun mening gevraagd. Na een positief verslag konden we in 2021 starten. Oorspronkelijk kozen we voor crisispleegzorg, waarbij je voor korte tijd iemand opvangt. Zo kregen we de vraag of we Anaïs*, een toen zesjarig Franstalig meisje, konden opvangen. Ze woonde met haar mama aan de kust, maar het was moeilijk voor de mama om voor haar te zorgen. Nog geen drie uur na onze ‘ja’ stond Anaïs aan de deur, vergezeld door twee agenten in burger.”
Hoewel crisispleegzorg normaal maximaal twee weken duurt, bleef Anaïs acht weken bij Els en Steven. Els nam haar als kleuterjuf altijd mee naar de klas. Na die periode besliste de jeugdrechter dat Anaïs terug naar huis mocht.
Ondersteunende pleegzorg
Els en Steven: “Nadat Anaïs terug bij haar moeder geplaatst was, bleven we nog een tijdje in het systeem van crisispleegzorg voor andere kinderen. In april 2022 kregen we de vraag om Anaïs opnieuw op te vangen, omdat het slechter ging met haar mama. De jeugdrechter plaatste Anaïs deze keer in ‘ondersteunende pleegzorg van korte duur’. Daarbij vangt een gezin een pleegkind of pleeggast op zolang als nodig: een paar dagen, weken, maanden of af en toe tijdens weekends en vakanties."
"Tijdens de week gaat Anaïs naar het internaat, in de weekends komt ze naar ons. Dan proberen we om zoveel mogelijk samen dagelijkse dingen te doen. Op vrijdagavond komt ze aan en staat er altijd suikerbrood op het menu. We vinden het belangrijk om samen aan tafel te gaan en dan begint ze te vertellen. Op dat vlak is ze al mooi geëvolueerd want in het begin was ze zwijgzamer. Ze houdt van eenvoudige dingen zoals knuffelen in de zetel, fietsen en skeeleren, op zondag naar de Chiro gaan, … "
"We helpen haar met haar huiswerk om haar taal- en leerachterstand weg te werken. Maar we proberen haar vooral zoveel mogelijk kind te laten zijn. Hier wordt voor haar gezorgd, in plaats van dat zij voor iemand anders moet zorgen, wat bij haar mama soms het geval is. Als we zelf niet thuis zijn, vangt haar ‘grote zus’ Marie haar met veel liefde op. Anaïs vergezelt ons ook altijd naar familiefeesten. Zo ziet ze wat een familie is.”
Loslaten
“We vinden het belangrijk dat Anaïs nog contact heeft met haar mama: we sturen foto’s, ze bellen elkaar, … Heeft Anaïs een nieuwe jas nodig, dan bespreken we dat samen. We merken dat Anaïs ernaar uitkijkt om haar mama te zien. Ze noemt haar nog altijd ‘mama’ en daar staan wij achter. Ons noemt ze ‘juffrouw Els’, omdat ze altijd meeging naar de klas, en ‘Steven’."
"De jeugdrechter ziet nu weer vooruitgang bij de mama. Daarom krijgt zij binnenkort weer meer bezoekrecht, in de vorm van een wekelijkse ‘mamadag’. We werken toe naar een overnachting. Het betekent dat wij Anaïs wat meer moeten loslaten.”
*Anaïs is een schuilnaam.
Pleegzorg is steeds op zoek naar nieuwe pleegouders.