Op dinsdag 17 december reed een volle bus met Academie-studenten naar Den Haag. Ze brachten er een bezoek aan het Kunstenmuseum Den Haag en Museum Voorlinden.
Maarten Senepart, student uit het atelier Graffiti & Street Art , nam de tijd om voor ons neer te schrijven hoe hij die dag heeft beleefd. We lezen even mee ...
Blijkbaar was er een enorme belangstelling voor deze uitstap, georganiseerd door onze bekwame reisleider Thomas, aangezien de bus stampvol was. Er moeten dus een 50-tal enthousiaste deelnemers geweest zijn voor de dagtrip naar het Kunstmuseum in Den Haag en het museum Voorlinden. Twee Nederlandse musea op korte afstand van elkaar gelegen en dus een ideale combinatie.
Ook al was onze bus mooi op tijd en ’s morgens vroeg om 7.30 h vertrokken, gooide de klassieke verkeershinder rond Antwerpen toch een beetje roet in de timing en was onze aankomst in Den Haag enigszins verlaat. Wat echter geen beletsel vormde ruim tijd ter beschikking te hebben om de verschillende tentoonstellingen in het Kunstmuseum grondig te bekijken.
Het hoofddoel van de uitstap naar Den Haag betrof de tentoonstelling “Dirk Braeckman – Léon Spilliaert: Nachtdieren”, waarin Kunstmuseum Den Haag de eerste tentoonstelling presenteert die volledig in het teken staat van de dialoog tussen het werk van Braeckman en Spilliaert. De organisatoren beschrijven de werken als volgt:
“In de werken van de Belgische kunstenaars Léon Spilliaert (Oostende, 1881-1946) en Dirk Braeckman (Eeklo, 1958) lijkt het altijd nacht. Hoewel Spilliaert veelal werkte met inkt, potlood en krijt en Braeckman voornamelijk fotografeert, delen zij hun fascinatie voor de donkere uren. Het vele zwart, het grijs, lichtpunten die het donker benadrukken, schakeringen van duisternis: met hun nachtelijke blik verwerken zij hun directe omgeving en indrukken tot dubbelzinnige droombeelden die meer vragen oproepen dan antwoorden trachten te geven. Hun werken lijken uit eenzelfde gevoelswereld te ontstaan: zij tonen het mysterie, het ongrijpbare en het onbestemde.”
Naast deze werken liepen er in het museum gelijktijdig nog enkele andere tentoonstellingen, m.n. “Dior, A new Look” met de originele mode ontwerpen van Dior zelf én zijn latere opvolgers. Heel interessant voor modebewuste dames en heren in ons gezelschap.
Tenslotte was er in het museum nog een dessertje met de tentoonstelling “Grand Dessert, de Geschiedenis van het Toetje” waarin je als bezoeker volgens de organisatoren “aan de hand van kookboeken, bakvormen, serviezen, schilderijen en nog veel meer duikt in de overheerlijke, zoete wereld van het dessert, waarbij je wordt verrast door een speelse afwisseling van kunsthistorische voorwerpen en creatieve uitingen van hedendaagse makers.” Goed voor de liefhebbers van zoetigheid dus.
Na de lunch, al dan niet in het restaurant van het museum zelf, iedereen weer op de bus voor een korte rit naar Voorlinden, naar de tentoonstelling van Michaël Borremans “A confrontation at the Zoo”, Borremans’ eigen zorgvuldige selectie schilderijen uit de afgelopen twintig jaar.
Borremans is momenteel een van de meest gerenommeerde en gewilde hedendaagse kunstenaars van zijn generatie – The New York Times noemt hem zelfs ‘de grootste levende figuratieve schilder’. De kunstenaar verleidt je, volgens de director van Voorlinden, “met het vakmanschap van een oude meester en laat je vervolgens struikelen over zijn surrealistische inhoud.”
Samen met de kunstenaar brengt Voorlinden bijna vijftig schilderijen op doek uit de afgelopen twintig jaar samen in A Confrontation at the Zoo. Deze solotentoonstelling ontvouwt zich als een thematische bloemlezing van zijn oeuvre, met zalen gewijd aan zijn vroege werken, portretten van mensen, dieren en objecten, en series als Fire from the Sun (2017).
En dan weer op de bus naar K-town, aankomst mooi op tijd rond 21 h.
Met dank aan Thomas, de organisator, voor deze boeiende en heel leerzame dag.
-Maarten Senepart, student Graffiti & Street-Art