Howest heeft de beste game-opleiding van de wereld. Studenten blijven ook na hun studies in Kortrijk plakken om er als ondernemer aan de slag te gaan. Samen met Bolwerk organiseren drie van die jonge game-ontwerpers Meet ’n Play, een maandelijks gamecafé in het Textielhuis.
Jonge ondernemers
Thomas Boone (27): “Jasper, Vital en ik kennen elkaar van tijdens onze studies bij Howest. Ook nu hebben we nog veel contact. We zijn alle drie startende ondernemers in Hangar K. Ikzelf ontwikkel er games onder de naam Eye Blink Twice.”
Jasper Feyaerts (26) en Vital De Wachter (22) richtten samen recent Hyper Vyper op: “Wij maken games, apps en andere software voor bedrijven. Met de opbrengst daarvan werken we aan eigen games. Onze eerste game komt binnenkort op de markt.”
Meet ’n Play
Jasper: “Als developer is het interessant om je games te laten testen tijdens het ontwikkelingsproces. Zo krijg je feedback op de verhaallijn, spelwereld, moeilijkheidsgraad, muziek … Dat is wat er tijdens Meet ’n Play gebeurt.”
Thomas: “Toen Bolwerk in 2023 het Textielhuis ging uitbaten, namen verschillende gebruikers er hun intrek. Op de eerste verdieping zit kunstenaarscollectief BAF!. Beneden ging het café opnieuw open. Bolwerk polste bij een achttal gameontwikkelaars in Hangar K of ze er maandelijks hun games wilden laten testen. Wij waren er vanaf het begin bij en coördineren alles nu.”
Vital: “Wij nodigen gameontwikkelaars uit. Die komen meestal uit Kortrijk, maar sinds kort zijn er ook bij van andere regio’s. Daarnaast zorgen we voor de promo, zodat het publiek zijn weg vindt naar het Textielhuis.”
Ontmoeting
Thomas: “Meet ’n Play is leuk voor zowel ondernemers als publiek. Gameliefhebbers kunnen er games testen die door lokale start-ups ontwikkeld worden. Het is een unieke kijk achter de schermen. Ondernemers krijgen er naast feedback ook de kans om hun netwerk uit te breiden.”
Vital: “En intussen kan je gezellig een glaasje drinken. Meet ’n Play vindt elke eerste woensdag van de maand plaats vanaf 19 uur. Voor meer info kan je terecht op de website en de socials van Bolwerk.”