
Julia en Nelle vind je meestal achter de toog van hun eigen zaak. Ook Maaike en Zoë staan vaak achter de bar. Deze dames kozen bewust voor een carrière in de horeca. Die keuze komt met uitdagingen, maar geeft ook heel veel voldoening. Tijd voor meer vrouwen achter de toog?
Internationale Vrouwendag
Op zaterdag 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Zo’n dag is nog altijd broodnodig, want ondanks veel inspanningen blijft genderongelijkheid bestaan. Taken worden nog altijd ongelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen, zowel thuis als op het werk. Naar aanleiding van de Vrouwendag laten wij vier dames aan het woord. Maaike, Zoë, Julia en Nelle werken in een sector die traditioneel als een mannenwereld wordt gezien, maar daar komt stilaan verandering in. Zij zijn daarvan het levende bewijs.
Sociaal contact
Julia Roelstraete (27) baat al zes jaar koffiebar Julia’s uit op het Stationsplein. “Ik werkte als jobstudent al in een koffiebar en waagde op mijn 21e de sprong in het diepe. Ik ben een heel sociaal iemand en ik heb graag veel prikkels. Ik hou ervan als er veel werk is en de tijd voorbijvliegt. Ik voel me vreemd genoeg pas moe na een kalme dag.”
Nelle Vanleeuwen (46) is de eigenaar van Muziekcafé HOF, dat zich in Muziekcentrum Track aan het Conservatoriumplein bevindt. “Tot mijn veertigste werkte ik in de sociale sector. Het was tijd voor iets anders, maar ik wilde het sociale contact niet opgeven. Een avontuur in de horeca leek me een logische stap.”
Al doende leert men
Zoë Nuñez (28) werkt ook in HOF. Zij is er barvrouw. “Ik heb een Vlaamse mama en een Argentijnse papa. Enkele jaren geleden kwam ik voor het eerst in België wonen. Ik startte in 2019 in Pand.A en bleef toen het HOF werd. Eigenlijk had ik geen ervaring in de horeca, maar als je in een goed team terechtkomt, leer je heel snel bij. De mensen van HOF zijn intussen als familie voor mij. We kunnen met alles bij elkaar terecht en vertrouwen elkaar blindelings.”
Maaike Franssen (31) is barvrouw in café Dudu in Heule. “Je moet natuurlijk wel over een aantal basiseigenschappen beschikken om in de horeca te werken. Eerst en vooral mag je niet vies zijn van hard werk en late uren. Je moet snel oplossingen kunnen vinden als het eens fout loopt. Je moet zeker ook een teamspeler zijn. En je moet goed met mensen kunnen omgaan. Al kan je die skills met de jaren wel bijschaven.”

Samen veilig
Julia: “Mijn zaak ligt aan het Stationsplein. Ik heb veel pendelaars als klanten. Ik zie ze graag bezig. Recent nog merkte ik twee mensen op die regelmatig afspraken in Julia’s. Ik zag de liefde ontluiken en denk dat ze intussen een koppeltje
zijn. Zelf leerde ik ook mijn lief kennen door mijn zaak. Hij leverde groenten en fruit. Tegenover die mooie verhalen, heb je natuurlijk ook soms minder leuke momenten. ‘s Morgens ga ik al vroeg open. Er wandelt dan al eens een verloren ziel binnen met een glas te veel op. Ik probeer altijd rustig te blijven. Pas als die persoon mijn klanten of personeel lastigvalt, zet ik die kordaat buiten. Als uitbater ben je verantwoordelijk voor de veiligheid, maar ik ben er zeker van dat de klanten mij in geval van nood ook zouden helpen.”
Maaike: “Bij Dudu gebeurt het soms dat een tooghanger bij sluiting niet naar huis wil. Alhoewel ik zeker mijn ‘mannetje’ kan staan, maakt een mannelijke collega vaak toch meer indruk. Aan de andere kant merk je dat een vrouw achter de toog ook voor een gevoel van vertrouwen zorgt. Vrouwelijke klanten gaan sneller een probleem aankaarten bij een vrouw achter de toog, dan bij een man. Meer vrouwen achter de bar, zou dus voor een veiliger gevoel in het uitgaansleven kunnen zorgen.”
Café als bindmiddel
Maaike: “Ja, je hebt uiteraard soms eens ergernissen als barvrouw. Voor de ene is de schuimkraag op zijn pintje te dik en voor de andere te dun. Sommige mannen leggen graag uit hoe je het perfect moet doen: de mansplainers. Maar je mag je niet laten ontmoedigen door die ene negatieveling. Daartegenover staan talloze hartverwarmende verhalen. Onlangs begon een man spontaan met mij te praten over het overlijden van zijn vrouw. Het betekende veel voor hem dat hij zijn hart eens kon luchten. Ik was er enorm van aangedaan. De dikke knuffel op het einde van het gesprek deed ons allebei deugd.”
Nelle: “Veel cafés verdwijnen. Ze zijn nochtans zo belangrijk voor het sociale leven van velen. Mensen komen er voor ontspanning, plezier en samenzijn. We krijgen veel vriendengroepen over de vloer. Maar er zijn evengoed vaste klanten die alleen langskomen. Zij weten dat ze hier contact kunnen maken: met andere klanten of met ons.”
Zoë: “Bijna al mijn vriendschappen in België zijn ontstaan in de horeca. In de eerste plaats zijn dat mijn collega’s. Je spendeert lange dagen samen met hen. Als er iets scheelt, kan je het niet verbergen voor elkaar. Je leert mekaar daardoor écht kennen. Daarnaast ontstaan er ook veel vriendschappen met klanten. En natuurlijk ook tussen klanten onder elkaar. Dat is echt mooi om te zien.”
Mannenwereld?
Zoals veel sectoren is ook de horeca vaak nog een mannenwereld. Een eigen horecazaak betekent veel werken, onregelmatige uren ... Het is een carrièrekeuze die moeilijk te combineren is met een gezin. Nelle: “Ik ben er bijvoorbeeld pas aan begonnen toen mijn kinderen al wat ouder waren. Anders zou het inderdaad moeilijk zijn. Maar nu ik HOF heb, zie ik mezelf niet snel nog iets anders doen.”
Julia: “Mijn staf bestaat enkel uit vrouwen. Het zijn jonge mensen: jobstudenten, flexi-jobbers ... Die hebben nog geen kinderen. Toch blijkt het nog vaak de vrouw te zijn die haar carrière op een laag pitje zet in functie van haar gezin. Ikzelf wil ook graag kinderen, maar ben van plan om dat te blijven combineren met de koffiebar. Ik heb hier iets gecreëerd: een vaste plek voor vele mensen. Ik wil dat dolgraag verderzetten.”
Ook Zoë en Maaike zijn nog steeds dolenthousiast over hun job in de horeca. Zoë: “In de toekomst zou ik misschien wel een eigen zaak willen hebben, met Argentijnse empanada’s.” En Maaike geniet van de combinatie met haar bijberoep: “Met Studio FRAMA ontwerp ik fijne lederwaren op maat, maar dat zal niet meteen mijn hoofdberoep worden. Ik zou de horeca te veel missen. Ik haal er zo veel energie uit!”