Hoe is het echt om geen thuis te hebben? Met die vraag ging welzijnsvereniging W13 aan de slag. Het resultaat is de podcast 13-13. Die bevat 8 luisterafleveringen waarin mensen getuigen over de periode waarin ze dak- of thuisloos waren. Dirk uit Bellegem is een van hen.
Dak- en thuislozentelling
Mauranne Debosschere is expert wonen bij W13. Zij vertelt graag hoe het idee van de podcast ontstond: “W13 maakte de podcast naar aanleiding van onze eerste dak- en thuislozentelling. Daaruit blijkt dat Zuid-West-Vlaanderen zo’n 1313 dak- en thuislozen telt. We onderzochten ook wie die mensen zijn. De conclusie is dat het typische beeld van een dakloze, als een oude man met een baard, niet klopt. Ongeveer 1 op de 3 daklozen is vrouwelijk. Maar liefst 1 op de 5 is jonger dan 25 jaar. Ook de oorzaken waardoor iemand dakloos wordt, zijn heel divers. Dakloosheid kan iedereen overkomen. Denk bijvoorbeeld aan een moeder die met haar kinderen uit huis moet vluchten wegens partnergeweld.
Uit de telling volgen een aantal acties. Een daarvan is werken aan de foute beeldvorming waarover ik het had. Daarom maakten we deze podcast samen met Medialab Quindo. We gingen op zoek naar zoveel mogelijk verschillende profielen van mensen die dak- of thuisloos geweest zijn.”
Dirks verhaal
Zo kwam W13 ook bij Dirk (58) terecht. Hij was 5 jaar geleden thuisloos. Dirk: “Ik kende een gelukkige jeugd. Op mijn 12e was ik zelfs de jongste DJ van België. Ik studeerde voor brood- en banketbakker, maar moest die studies opgeven toen mijn ouders naar Spanje verhuisden. Later keerde ik terug naar België en rolde ik in het nachtleven en de horeca. Een wild leven: je gaat vaak ’s avonds laat nog iets eten en helaas ook drinken. Het vele werken en weinig slapen eisten hun tol.
Ook bij latere jobs, zoals bij een transportbedrijf en als verkoper van audio en video, heb ik te veel gewerkt. Dat leidde tot gezondheidsproblemen, zoals een depressie, en tot huwelijksproblemen. Daardoor ben ik twee keer gescheiden. Je verwacht zoiets niet en je wil het zeker niet. Na een scheiding val je in een diepe put.”
Job kwijt
Dirk: “Ik kreeg meerdere keren een burn-out door te hard te werken. Toen ik mijn laatste burn-out kreeg, had ik net mijn appartement opgezegd om dichter bij mijn werk te wonen. Toen die job wegviel, was ik mijn woning kwijt en kreeg ik financiële problemen. Daardoor had ik geen eigen adres meer en moest ik een aantal maanden bij een vriend wonen. Ik sliep er op de sofa, geen ideale situatie. Maar door de burn-out ontbrak het me aan kracht om een nieuwe woning te zoeken.”
Hulp van het CAW
Dirk: “Zo kwam ik terecht in het Psychiatrisch Centrum Menen, waar ik iets langer dan 3 maanden verbleef. Ik kon er mijn batterijen opladen door therapie en te sporten, bakken, … Daarna verwees de sociale dienst van het ziekenhuis me door naar het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk). Op dat moment wist ik nog niets over de vele initiatieven van het CAW, zoals de leefgroepen, de nachtopvang of de mogelijkheid om alleen in een studio te wonen. Zo belandde ik in een leefgroep. Ik voelde me er al snel thuis. We deden er samen boodschappen of onderhielden samen de ruimte, maar iedereen had zijn eigen kamer. Toch had de leefgroep ook moeilijke kanten. Sommige van de andere bewoners vochten bijvoorbeeld met een verslaving.
Daarna leefde ik een tijdje individueel in een studio van het CAW in de Tuighuisstraat. Voor mij was dit een betere oplossing. Je bent er voor jezelf verantwoordelijk maar wordt er wel goed begeleid. Je leert er onder andere woonvaardigheden of andere dingen die je zelfredzaam maken.”
Sociale woning
Dirk: “Ook die studio was maar een tijdelijke oplossing. Ondertussen woon ik in Bellegem, in een sociale woning van Zorg Kortrijk. Ik leef van een invaliditeitsuitkering. De wil om te werken is er wel, maar de gezondheid wil niet meer mee. Als ik mag dromen, dan droom ik dat ik volledig herstel en terug aan de slag kan. Maar ik ben realistisch. Door zoveel te werken, heb ik onherstelbare schade aan mijn lichaam aangericht.”
Iets terugdoen
Dirk: “Uit dankbaarheid voor wat het CAW voor mij betekende, doe ik er nu vrijwilligerswerk bij de Inloopwerking. Vooral koken, bakken, helpen in de bar, soep uitdelen, … Ik kom er 2 à 3 keer per week. Voor mij is de Inloopwerking een tweede thuis. De dranken zijn er gratis en een croque-monsieur kost maar € 0,70. Er vinden allerlei activiteiten plaats, zoals kaarten. Je kan een PC gebruiken of gezelschapsspellen spelen. Er zijn regelmatig uitstappen, zoals samen naar een dierentuin of een plukboerderij gaan.
Daarnaast maak ik deel uit van de cliëntenraad van het CAW, samen met andere (ex-)cliënten. Elke maand bespreken we een ander thema. Bijvoorbeeld: dak- of thuisloosheid voorkomen, kinderarmoede, nieuwe regels rond sociaal wonen, … Zo hoop ik ook iets voor anderen te kunnen betekenen.
Mensen die in de problemen zitten, raad ik aan om voldoende te slapen. Laat je niet doldraaien. Laat je helpen als je niet alleen uit de problemen geraakt. Je leeft maar één keer en dat leven is altijd de moeite waard om ervoor te vechten. Maak er het beste van. Als ik zie waar ik nu sta, mag ik niet klagen. Ik heb mijn sociaal appartement en ik stel het goed.”