“Ik draag een hoofddoek voor mezelf”
Hakima Zoulali (38) woont al 10 jaar in Bellegem. Ze draagt sinds haar 18 jaar bewust een hoofddoek. “Ik doe dit puur voor mezelf”, zegt ze. “Ik krijg daar regelmatig een opmerking over, maar dat trek ik me niet aan.”
“Ik ben opgegroeid in het Nederlandse Den Haag. Op mijn 23e leerde ik mijn man kennen op een taekwondotornooi. Ik heb jarenlang die sport beoefend en haalde de rode band. Ik heb ook een tijd kickboksen gedaan. Drie maanden na onze eerste ontmoeting zijn we getrouwd. Aangezien hij een geboren Kortrijkzaan was, ben ik in Kortrijk komen wonen. Tien jaar geleden verhuisden we naar deelgemeente Bellegem.”
“Taekwondo heeft me veel levenswijsheid bijgebracht. Je leert in die sport wat respect en discipline zijn. Door het drukke leven dat met een huwelijk en een gezin gepaard gaat, was ik genoodzaakt om mijn sport op te geven. Ik wil wel de liefde voor sport doorgeven. Daarom heb ik een initiatieles kickboksen gegeven bij AjKo, het Kortrijkse jeugdwelzijnswerk. Met succes. Er was zelfs vraag naar meer.”
“Momenteel ben ik aan het werk in az groeninge, bij de dienst zingeving. Ik ben een pionier op de dienst. Het is weliswaar een interimjob, maar ik doe het heel graag. Het ziekenhuis heeft veel patiënten met een islamitische achtergrond en mijn rol is om hen bij te staan. Dat is nodig. Naast de maatschappelijke benadering van omgaan met ziektes vindt een moslim het belangrijk om antwoorden te formuleren op de ziektes die meer spiritueel van aard zijn.”
“Een moslimpatiënt zal zeggen dat het goed gaat. Alhamdulilah of God zij dank, zegt men dan. Moslims zullen bovendien niet snel meteen alle details over hun situatie prijsgeven. Omdat ziek zijn de gebreken en de zwakheid van de mens toont. Daardoor wordt de patiënt zich ervan bewust dat hij zich nederig moet opstellen en dat hij afhankelijk is van de bovennatuurlijke Almacht. Dat vraagt dus een specifieke aanpak. Ik heb een intense, maar mooie job. Een job ook die me nederig maakt.”
"Ik heb nu een diploma sociaalpedagogisch werk, in België heet dat kinderverzorging. Ik zou daar graag een diploma verpleegkunde aan toevoegen. In september start ik een opleiding bachelor verpleegkunde. Ik heb mijn hart verloren aan de zorgsector en wil er graag in blijven werken.”
“Hoe dan ook: wat voor werk ik ook doe, ik blijf mijn hoofddoek dragen. Ik ben islamitisch opgevoed, maar kreeg enkel de basis van de islam mee. Op mijn 17e, 18e heb ik mij verdiept in mijn geloof en besloot ik een hoofddoek te dragen. Puur voor mezelf. Sommige mensen reageren daar slecht op, maar ik trek het me niet aan. Hun reacties zeggen meer over hen dan over mij. Mensen zouden vaker eens met moslima’s moeten spreken in plaats van óver hen te spreken.”
“Er bestaan heel veel misverstanden over de islam. Ook in onze eigen gemeenschap. Ik werk als vrijwilligster in de moskee. Ik leid scholen rond. Op een dag kreeg ik van een islamitisch meisje de opmerking dat in haar cultuur, en dus ook de mijne, mannen meer rechten hebben dan vrouwen. Ik heb geantwoord dat dit in onze cultuur het geval is, maar niet in ons geloof. Mannen en vrouwen zijn in de islam gelijk. Ik heb mijn geloof als leidraad, niet mijn cultuur.”
“Aan moslims en moslima’s wil ik de raad geven om meer naar buiten te gaan en zich te engageren. Velen denken dat ze niet welkom zijn, maar dat is onterecht. Ik heb het zelf meegemaakt in Bellegem, toen ik lid wilde worden van de plaatselijke schoolraad. Ik dacht dat ik niet verkozen zou raken omdat ik een hoofddoek droeg. Maar dat was geen probleem. Als we als moslimgemeenschap een grotere maatschappelijke rol op ons nemen, zullen we een hoop vooroordelen wegnemen.”