“We houden onze Iraanse tradities in ere”
In december 2015 kwam Parvaneh Nazarieh (32) als vluchtelinge naar België. Bijna 5 jaar later is ze perfect geïntegreerd. “Maar vraag me niet of ik me nu meer Belg dan Iranese voel”, zegt ze. “Ik leef hier heel graag, maar ik ben ook trots op mijn roots.”
“Ik groeide op in Gachsaran, een kleine stad in het zuidwesten van Iran. Mijn vader werkte toen voor het nationale oliebedrijf. Ik heb heel veel mooie herinneringen aan mijn jeugd. Dat klinkt wellicht vreemd, want Iran heeft in het Westen een minder goede naam. Maar ik heb daar echt een zorgeloze jeugd beleefd. We woonden in een wijk waar centraal een grote parking was. De mensen kwamen er samen en de kinderen speelden er in alle veiligheid.”
“Na de dood van mijn vader zijn we naar Shiraz verhuisd. We wilden dichter bij de rest van de familie wonen. Enkele jaren later, in december 2015, ben ik van daaruit moeten vluchten. Via een tussenstop in Frankrijk belandde ik in België. Een half jaar eerder had ik me verloofd met Emad. Hij woonde toen al in Kortrijk, als vluchteling. Omdat hij niet langer in Iran welkom was, vond die verloving plaats in Turkije.”
“Ik was niet van plan om eind 2015 uit mijn geboorteland te vluchten. In België zou Emad na onze verloving de nodige papieren in orde brengen. Zo zou ik naar hier kunnen komen en zouden we kunnen trouwen. Maar er zijn toen allerlei gekke zaken gebeurd waardoor ik niet meer in Iran kon blijven. Zo ben ik in Frankrijk en later in België beland. Even leek het erop dat ik als vluchteling naar Frankrijk moest terugkeren. Maar omdat Emad hier al woonde, kon ik toch blijven.”
“Ik herinner me nog heel goed mijn eerste dagen hier. In Iran is het heel normaal dat je iedereen goeiedag zegt. Ik deed dat hier dus ook, in het Engels omdat ik toen geen Nederlands sprak. Maar de meesten bekeken me raar en zeiden niets terug. Ze hielden afstand. Dat veranderde toen ik mensen in het Nederlands kon begroeten. In de eerste les had ik ‘Hallo, hoe gaat het?’ geleerd. Meteen begonnen de buren te babbelen.”
“Ik heb heel intensief Nederlands geleerd. In 1,5 jaar tijd ging ik van niveau 1 naar niveau 10. Het was niet altijd even gemakkelijk, maar ik wou het niet anders. Ik woonde in België en wou hier ook blijven. Ik moest me dus integreren. De eerste stap daarin is de taal van het land leren. Bovendien wou ik Nederlands leren om zo te kunnen praten met de mensen uit mijn omgeving.”
“Na die cursussen Nederlands ging ik aan het werk. Ik heb eerst een tijdje gewerkt in de Leerwinkel. Sinds september 2018 ben ik aan de slag bij FMDO, de federatie van socio-culturele verenigingen van mensen met een migratieachtergrond. FMDO verbindt mensen met een verschillende achtergrond. We bekijken wat de sterke punten van de mensen zijn en leggen daar de nadruk op. Zo proberen we te komen tot een samenleving waarin iedereen overeenkomt en elkaar respecteert.”
“Ik heb mijn droomjob te pakken en ik heb een fantastisch gezin. Alleen jammer dat ik mijn familie moet missen. Mijn broer trok naar de VS, maar de rest van mijn familie woont nog in Iran. Als we elkaar willen zien, moeten zij naar hier komen. Maar dat is niet gemakkelijk. Voor de geboorte van ons dochtertje, bijvoorbeeld, hadden we graag mijn mama bij ons gehad. Maar haar visum werd eerst geweigerd. Uiteindelijk is mijn mama hier geraakt, toen Jana al 5 maanden oud was.”
“Gelukkig hebben we hier veel goede vrienden. Ik denk aan Kristin Keller, Marianne Verkest, Ivy Goutsmit. Ivy is de coördinator van FMDO en dus mijn baas. Maar we komen heel goed overeen, ik kan altijd bij haar terecht. Ook opa Dirk is een hele goede vriend van ons. (lachje) We noemen hem opa sinds Jana werd geboren, ondertussen meer dan 2 jaar geleden.”
“Ook al zijn Emad en ik uit Iran gevlucht, we houden onze tradities in ere. We zijn allebei trots op onze roots. Zo vieren we op de eerste dag van de lente nog altijd Nowruz, het Perzische nieuwjaar. En thuis spreken we Farsi. Maar echt Iranees voel ik me niet meer. Ik kijk naar mezelf als half Iranese, half Belgische.”